OS2024: Op bezoek in een bijzonder Olympisch huis
De Franse televisie laat vooral de Franse helden zien. En dat op verschillende zenders. Dus af en toe luister ik naar NPO radio 1, nu helemaal gewijd aan de Olympische Spelen: RadiOlympia. Ik hoorde afgelopen zaterdag dat ze vanuit Parijs uitzenden. In de buurt van Villette, want ze kijken uit op het gigantisch gebouw van Team NL. Een soort enorme Ikea-blokkendoos maar dan in oranje.
Parc de la Villette ligt in een uithoek van Parijs. Een groot modern park, meer een festivalterrein zonder de echte Parijse sfeer. Waarom ga je daar zitten? Het antwoord zit ‘m, denk ik, in het praktische. Parc de la Villette, in de noordoosthoek van het 19de arrondissement, is vlakbij de Périphérique. Langs deze ring rond Parijs ligt in dezelfde hoek Stade de France, het hoofdstadion van de Olympische Spelen. Ook het Olympisch dorp is niet ver rijden. Dat is makkelijk voor verslaggevers èn voor de huldigingen van de medaillewinnaars. Nederland rekent op vele Olympische kampioenen. En dat hebben we geweten na de valse start eerder deze week.
Laten we eens kijkje nemen. Ik op weg in metrolijn 5, in de richting van Porte de Pantin. Aan de ingang van Parc de la Villette vind je onder andere de Philharmonie de Paris en Cité de la Musique. Team NL zit in de concerthal Zenith (naast Canal de l’Ourcq).
Bij de hoofdingang aangekomen blijkt de entrée 30 euro te zijn! Wat krijgen we daarover? Verschillende activiteiten waaronder een dj, zo wordt mij verteld. Die moet ook betaald worden. Het huis van de buren is die van de organisatoren van de Spelen. Die hebben een nóg groter terrein tot hun beschikking. Entrée bij de Fransen is slechts 5 euro. Waarom is het bij de Nederlanders zo duur? Willen Hollanders er altijd een slaatje uit slaan? En dat terwijl, weet ik uit ervaring, Nederlanders alles al snel té duur vinden. Of is dat te kort door de bocht geredeneerd en rijzen de kosten (van de dj) gewoon de pan uit?
Dus ik ga maar naar de buren. Niet naar de Fransen, maar de andere buren: de Oekraïners. Die heffen geen entréegeld.
De Oekraïense sporters, wordt mij al snel duidelijk, staan met een heel andere instelling hier in Parijs. Het zijn de eerste Olympische Spelen sinds het uitbreken van de oorlog op 24 februari 2022. De slogan van hun huis is: “The will to win”. Je hoeft de krant of nieuwssites niet tot op de laatste letter te spellen om te weten dat er meerdere lagen in deze slogan te vinden zijn. De winst zal vooral gezocht worden buiten deze Olympische Spelen.
Volgens het Oekraïense huis zijn hun landgenoten nog altijd strijdvaardig. Bij de ingang kan je een groet op stickers schrijven en die op de deuren plakken. Binnen vinden we kindertekeningen van sporters. Midden in een grote zaal worden er filmpjes afgespeeld over de moeilijke omstandigheden waarin de atleten zich hebben moeten voorbereiden. Zo is er een getuigenis van de tennisser Serhij Stachovsky, ooit nummer 31 van de wereld. Nummer 31 op de ATP, dan ben je dus wereldtop geweest. Hij sloeg in zijn carrière meer dan 5 miljoen dollar bij elkaar. Meteen nadat hij gestopt was zag hij maar één noodzaak: hij offerde zich op aan het Oekraïense leger en hielp aan het front.
De synchroonzwemsters werden door Italië opgevangen om, ver van huis, te trainen voor hun Olympische wedstrijden. Zij zeggen in hun video dat ze hun deelname opdragen aan de verdedigers van hun land. “Zonder hen kunnen wij sporters niet trainen.”
Wat mij opvalt is dat deze atleten helemaal niet bezig zijn met medailles of ontevredenheid als die medailles zullen uitblijven op de eerste dagen. Integendeel, één van de sporters zegt dat het een eer is dat ze gekwalificeerd zijn om mee te mogen doen op de Olympische Spelen van Parijs.
Al kijkend naar deze korte filmpjes gaan mijn gedachten uit naar de openingsceremonie van de vrijdag daarvoor. De zoveelste versie van Imagine kwam langs op de Seine waarbij werd opgeroepen om te leven zonder oorlog. Goed bedoeld? Naïef? Of zelfs belachelijk, omdat de volgende ochtend Gaza werd gebombardeerd, op zondag ook de Golanhoogte meer en meer betrokken raakte in het conflict tussen Israël en zijn vijanden. En intussen verovert Poetin kilometer voor kilometer op de Oekraïners. En dat terwijl de Olympische Spelen even heilig zijn als de geboorte van Jezus Christus in de kerstnacht om het strijden (even) te staken. (Herinner ik mij toch uit mijn jeugd.)
Ieder filmpje eindigt met de volgende (vertaalde) boodschap: “Tijdens de oorlog vernietigden de Russen meer dan 500 sportfaciliteiten, vermoorden circa 500 sporters en trainers, waaronder 20 wereldkampioenen en Europese kampioenen, en deelnemers aan (vorige) Olympische Spelen. Zij brachten ellende en verdriet toe aan miljoenen sportfans in Oekraïne.”
Het mag duidelijk zijn: Hoe je de Spelen beleeft hangt af van je thuissituatie. Als je leeft in een land in oorlog is lijfsbehoud essentieel. Dat je aan de wereld kan tonen dat je de schouders niet laat zakken. Als je komt uit een land in vrede is de sportprestige het belangrijkste. Dan haal je je trots uit prestaties van de atleten, niet simpelweg uit hun aanwezigheid. Je hebt het geluk dat je niet in een existentiële strijd om je eigen bestaan verwikkeld bent waardoor de sportieve resultaten de boventoon kunnen vieren. Oekraïne doet ons eraan herinneren dat het niet vanzelfsprekend is. Het kan ons allemaal overkomen. Misschien sijpelde ook die boodschap tijdens de openingsceremonie door het water van de Seine?
Hele bijzondere medailles bij OS2024
Ik was niet meteen helemaal overtuigd toen ze het mij vertelden. De Eiffeltoren is goud gekleurd. Voordien waren de roestplekken duidelijk zichtbaar. Vooral onder de lager gelegen bogen. Die roestplekken zijn in de eerste helft van 2023 vakkundig weggemoffeld onder een laagje verf. Ik vond de kleur aanvankelijk meer lijken op bruin. Niet bepaald flatteus bruin. Toen kreeg ik te horen dat het goud was. Vooral goed zichtbaar als de toren in het licht staat. Dat is momenteel pas heel laat, want het is mid-zomer. Die gouden kleur heeft uiteraard een reden die zich laat reden. De Olympische Spelen.
Dat klinkt leuk, maar er is nog iets anders dat echt bepaalde innerlijke gevoelens naar boven brengt. Als ik dat vertel is er altijd de reactie als wanneer je naar kuikentjes, puppies of kitten zit te kijken. Vertedering dus.
Het heeft te maken met de medailles. Oorspronkelijk, heb ik altijd meegekregen, is de Olympische gedachte: meedoen is belangrijker dan winnen. Hoewel dit op een misverstand berust. Pierre Coubertin, de Franse stimulator van de moderne Olympische Spelen, was weliswaar niet de meest competitieve persoon. Maar zijn uitspraak hebben we een beetje uit de context gehaald. Hij zou het volgende hebben gezegd: “Het belangrijke in het leven is niet de triomf, maar de strijd, het essentiële is niet om te hebben gewonnen maar om goed te hebben gestreden.”
Hoe dan ook: medailles zijn toch het centrale middelpunt van de sporten en de sporters. En als het even kan: een gouden medaille. Eerder dit jaar heeft de organisatie de medailles getoond. En het grote nieuws was een pikant detail, een sierlijke finishing touch. De gouden, zilveren en bronzen medailles bevatten deze editie een klein deeltje ijzer van de Eiffeltoren. Elke medaille bevat 18 gram ijzer dat ooit onderdeel was van het iconische bouwwerk in de binnenstad van Parijs. Het ijzer komt uit oude onderdelen van de Eiffeltoren, die tijdens renovaties zijn vervangen en sindsdien zijn bewaard. Het stukje zit aan de voorkant van de medailles, in de vorm van een zeshoek - een verwijzing naar de vorm van Frankrijk.
"Een gouden medaille is natuurlijk al geweldig, maar we wilden er nog een Frans tintje aan geven", legt hoofdontwerper Joachim Ronchin uit. "Volgens ons zorgt een stukje van de Eiffeltoren voor de kers op de taart."
Dit geldt uiteraard zowel voor de Olympische als de Paralympische Spelen. We hebben het in totaal over ruim 5.000 medailles! Zo'n 2.600 voor de Olympische Spelen en 2.400 voor de Paralympische Spelen. Om precies te zijn 5084. Dat klinkt al weer iets minder exclusief, hoewel Olympisch kampioen worden toch erg bijzonder is. Een titel voor het leven. Er zijn ook veelvuldige (wereld)kampioenen die nooit Olympisch goud halen.
Overigens is de gouden medaille is niet helemaal van goud, maar van zilver met een laagje (6 gram) goud. Ook in Parijs is niet alles goud wat er blinkt.
De financiële kant van de Olympische Spelen
Het viel mij op in februari. Voor een gast die graag met mij het Louvre wilde bezoeken reserveerde ik tickets. Ik moest 2 keer kijken of ik de juiste kaartjes in beeld had: 22 euro voor een eenmalig entrée voor een volwassene. Olympische prijzen, noem ik dat. Afgelopen jaar was dat normaal rond 14 à 15 euro.
Ook de Navigo-pass - maandelijkse abonnement voor de metro - is duurder geworden. Dat was al in 2023 aan de gang - aanvankelijk te wijten aan inflatie. Op weerstand van de veelal Parijse gebruikers is ons beloofd dat deze maandelijkse kaart niet verhoogd zal worden tijdens de Spelen. Daar staat tegenover dat “dagjesmensen” wel het kind van de rekening zullen zijn. Een enkeltje voor de metro kostte in de afgelopen jaren van 1,90 euro tot 2,10 euro begin dit jaar. Tijdens de Spelen zal dat het dubbele zijn!
Afgelopen winter hoorde ik dat mensen een airbnb hadden geboekt. Na enkele weken kregen ze het bericht dat dat helaas niet door kon gaan vanwege een dubbele boeking. Met de verontschuldigingen van de eigenaar. De mensen lieten zich niet kisten en zochten driftig verder. Op dezelfde site waar ze een maand eerder hadden gezocht vonden ze dezelfde airbnb aangeboden – maar nu 2 keer zo duur!
Over de hotels heb ik al eerder bericht. Om voor gasten te boeken kwam ik op hotelsites prijzen tegen die het 5-voudige waren van het normale tarief. Een hotel waar je normaal 200 euro per nacht voor betaalt kost je deze zomer minstens 1000 euro per nacht. En ook op de campings rond Parijs ontkom je niet aan de prijsstijgingen. Het lijken dus fantastische tijden voor de horeca, hotels, kamerverhuurders en campings. Zij betalen - buiten gebruikelijke belasting en huur – vrijwel niets extra’s aan de organisatie van het event en kunnen wel volop cashen in juli, augustus en september.
Maar dit is slechts ten dele waar – als we inzoemen op de Olympische Spelen van 2012. Sporteconoom Willem de Boer van de HAN University of Applied Sciences: “In Londen - OS2012 - waren er ondernemers die zeiden: ‘Je kan hier een kanon afschieten, waar zijn onze klanten?’ Met andere woorden: een kroeg naast Roland Garros draait deze zomer misschien een betere omzet dan die naast het Louvre.”
En dat klopt inderdaad. Want de laatste weken sijpelen meer en meer artikels door waarin te lezen staat dat de enorme prijsstijgingen aan het stagneren zijn. Kamers van gemiddeld 200 euro komen voor deze zomer nog nauwelijks boven 400 à 500 euro uit. De vraag lijkt het aanbod toch niet te kunnen volgen.
Als niet alles goud is wat er blinkt, wat is dan de reden om zo’n gigantisch spektakel als de Olympische Spelen te organiseren? Het is zowat een wetmatigheid dat de organisatoren over het begrote budget heengaan. De afgelopen 8 edities (sinds Barcelona 1992) hebben te kampen gehad met tientallen procenten budgetoverschrijding. In Parijs is het niet anders.
Wat is dan de reden om zo’n festijn te organiseren? Prestige? Alsof Parijs dat nodig heeft. Om een stad of land op de kaart te zetten? Parijs vind je zonder gps (bij wijze van spreken). Voor opkomende (soms discutabele) landen zoals China (Peking OS2008), Brazilië (Rio OS2016), en Quatar (WK voetbal) is zo’n sportfestijn belangrijk om zich te vestigen of aanvaardbaar te worden. En daarin speelt geld geen rol. Het IOC is blij dat een klassiek land als Frankrijk zichzelf naar voren schoof als kandidaat voor OS2024.
Welk voordeel blijft er dan over om dit evenement te organiseren? Parijs zet volop in op de ontwikkeling van de plaatselijke bewoners in de banlieue. In het bijzonder het Olympische dorp-project in Saint-Denis. (Ik heb in maart hierover een blog geschreven.) Bovendien hebben de Fransen de onnavolgbare fixatie op 100 jaar-vieringen. Deze Spelen worden exact 100 jaar na de vorige editie georganiseerd. Maar voor deze illustere mijlpaal betalen we wel een prijs – letterlijk en figuurlijk.
Informatie deels ontleend aan: In Parijs stijgen de prijzen op weg naar de Spelen, maar niet iedereen profiteert (nos.nl)
OS2024: De oude droom van de Seine
Burgemeester Jacques Chirac: ‘Binnen drie jaar zal ik in de Seine zwemmen om aan iedereen te bewijzen dat het een propere rivier is.’ Dat was in 1990.
Ik heb er altijd een beeld bij gehad zoals de Chinese leider Mao die in 1966 in de Jangtze zwom. Jacques Chirac in het hoofdstedelijke water. Het is nu 2024, Chirac is 5 jaar dood en heeft nooit, maar dan ook nooit, ook maar één teennagel in de Seine gedoopt.
Toch gaat het er deze zomer van komen: zwemmen in de beroemde Franse rivier. De Olympische Spelen geven de gemeente dat laatste zetje om er echt werk van te maken. De Seine wordt sowieso het brandpunt van de Spelen. Tijdens de openingsceremonie neemt het water een prominente rol in. Boten vervoeren tijdens een gigantisch feest de atleten van Pont d’Austerlitz helemaal naar de andere kant van de stad tot aan pont d’Iéna bij de Eiffeltoren. 600.000 toeschouwers aan de oevers.
Dat ziet er adembenemend uit, maar de echte investering is het zwemmen in het water van de Seine. Dat is al 100 jaar totally not done. Sinds de groeiende industrialisatie eind 19de eeuw werd de Seine meer en meer de grootste denkbare dumpingplaats van menselijk en industrieel afvalwater. Het gehalte van twee bacteriën in het rivierwater, E. coli en enterokokken, waren ver boven de wettelijk vastgelegde veiligheidsnorm. Parijs heeft decennialang geïnvesteerd in extra waterzuiveringsstations met verbeterde chemische processen die het water ‘100 keer zuiverder’ zouden maken. De stad verplichtte ook bijna 300 woonboten om hun toilet- en afvalwater niet langer zomaar in de rivier te lozen, zoals de gewoonte was.
En als de verontreiniging al niet voldoende waarschuwing was om in de Seine te zwemmen dan was de sterke stroming dat wel. Daar komt dus verandering in. De Olympische en Paralympische atleten zullen als langeafstandszwemmers in de Parijse rivier te vinden zijn. Aan het gedroomde zwemplan hangt een prijskaartje van 1,5 miljard euro. Pierre Rabadan, oud- rugbyheld en sinds 2015 opgenomen in de staf van burgemeester Anne Hidalgo om de Olympische voorbereidingen te ondersteunen, is duidelijk: ‘Zonder de Spelen konden we dit nooit realiseren’. Afgelopen zomer zijn er proeven gedaan om in de Seine te zwemmen. Rabadan heeft het goede voorbeeld gegeven en is in de zomer van 2023 in het water gesprongen. Voor de ogen van de perscamera’s, ter hoogte van de Pont Marie. ‘En ik voel me helemaal prima. Ik ben niet ziek geworden of zo. Ik ben er zeker van dat de zwemzones in de Seine populair worden. En mensen moeten ons niet gewoon geloven omdat wij zeggen dat het kan. Er is ook de wetenschappelijke vaststelling dat het water properder is. In de jaren ‘90 waren er drie vissoorten, vandaag zijn er 32!’
Proefondervindelijke kan ik wel beamen dat je op bepaalde plekken vanaf de oever inderdaad dieper in het water kan kijken dan enkele jaren geleden. Maar daar staan net zozeer troebele passages tegenover. Het blijft dus koffiedik kijken of het gaat gebeuren. Zeker als het hevig geregend heeft, zoals het sinds najaar van 2022 doet. Daarom moet Rabadan ook wel toegeven: ‘Al zal je nooit kunnen zeggen dat het water 100 procent van de tijd goed genoeg is. Zwemmen blijft een buitensport, en die sporten zijn altijd onderhevig aan de natuur.’ Dus met een verschuiving van het zwemschema wordt rekening gehouden. ‘De atleten zijn dat gewoon. Ze zien het helemaal zitten, in Tokio en Rio zwommen ze in veel vuiler water.’
Over een jaar, in de zomer van 2025, mogen de inwoners en bezoekers van de stad pootjebaden in de Seine. Dankzij de Olympische Spelen weet Parijs (waarschijnlijk) een oud gekoesterde droom in praktijk te brengen.
OS2024: Een titanenstrijd
Richard (“Dick”) Norris Williams was samen met zijn vader passagier op één van de moderne wereldwonderen. Het was de tennisfanaat een titanisch genoegen om op dit luxe-schip de Atlantische Oceaan over te steken. Het reusachtige vaartuig was het toonbeeld van de technologische vooruitgang zoals die zich liet vertalen in machines, hoge torens en nieuwe transportmogelijkheden. Het schip maakte zijn eerste vaart.
Het varende dorp was één van de 3 schepen die tot de zogenaamde Olympic-klasse behoorde. Groter dan welk ander vaartuig in de mensengeschiedenis werd de boot onzinkbaar geacht. Maar dat verhaal werd nog voordat het de wal van New York bereikte naar het land der fabels verwezen. Samen met zijn vader genoot Dick van de eersteklas luxe toen ze in aanvaring kwamen met die ene ijsberg. Paniek brak uit. Later zijn daar uiterst succesvolle films over gemaakt. Tijdens de laatste chaotische uren op het water bevrijdde Dick Williams een beknelde passagier uit een cabine door een deur open te breken. Een steward dreigde hem hiervoor een boete te geven wegens het beschadigen van de eigendommen van de rederij: White Star Line.
Terwijl het schip steeds meer in de greep kwam van het meedogenloze water sprongen vader en zoon in de ijskoude zee. De boot begon te kantelen. Dick kon zichzelf redden, maar zijn vader werd geraakt door de eerste trechter die in het water viel. De zoon herinnerde zich: ‘Ik zag één van de 4 grote trechters bovenop hem neerstorten. Een moment lang stond ik daar als gefixeerd. Niet omdat hij me maar een paar meter had gemist. Vreemd genoeg niet omdat het mijn vader had gedood voor wie ik een veel meer dan normaal gevoel van liefde en gehechtheid had. Nee, ik was gefascineerd door de enorme omvang van deze trechter, die nog steeds rook uitbraakte.’
Terwijl het lichaam van zijn vader verdween in het ijzingwekkende zwart van de Atlantische Oceaan probeerde de 21-jarige Dick zich vast te klampen aan een reddingssloep. Even later zat hij in het kleine vaartuig Carpathia met zijn benen enkele uren tot aan zijn knieën in het water rond het vriespunt. Toen Dick werd opgevangen door de dokter wilde de geneesheer zijn benen amputeren als gevolg van bevriezingsverschijnselen. Dick die graag tenniste weigerde zijn benen te laten afzetten. Dick was jong en krachtig en stuurde zelf zijn revalidatie aan.
Gelukkig voor hem pakte dat goed uit. Hij vocht mee in de Eerste Wereldoorlog voor de Verenigde Staten en onderwijl wist hij zijn tenniscarrière uit te bouwen. Hij behaalde in de toenmalige toernooien grote successen en werd verschillende malen kampioen (waaronder in de Davis Cup).
Maar zijn meest bijzondere triomf beleefde hij in 1924 in Parijs. Samen met tennislegende Hazel Wightman won hij een gouden Olympische medaille in het gemengd dubbelspel. Het meest bijzondere was dat het duo deze titel tot aan hun dood bleven behouden. Natuurlijk, Olympisch kampioen ben je voor het leven. Maar wat ik eigenlijk wil zeggen is dat ze tijdens hun leven geen opvolger kregen. Na 1924 werd het gemengd dubbelspel van het Olympische tennisprogramma gehaald. Pas in 1988, lang na hun dood, kwam gemengd dubbel terug in het schema.
PS: Pas na de publicatie van het boek A Night to Remember (1955), een boek over de ramp met de Titanic, maakte Dick Williams kennis met de auteur Walter Lord. In 1962 had Williams een ontmoeting met hem en gaf hem een gedetailleerd verslag van het zinken.
OS2024: Wonen in het Olympische dorp
Het is zaterdagmiddag. Komende week, begin maart, wordt het Olympische dorp geopend. Dat is nochtans de bedoeling. De meeste voorbereidingen op het Olympische feest deze zomer staan op schema, maar er zouden 2 uitzonderingen zijn. Grand Palais, omdat de restaurateurs van dit gebouw uit 1900 in iedere hoek weer een andere onvoorziene uitdaging tegenkomen. Het andere zorgenkindje zou het Olympische dorp zijn. Het is zeer de vraag of de deadline voor de oplevering gehaald zou worden.
Op deze winderige zaterdagmiddag eind februari wandel ik er rond. De site ziet er typisch uit als een nieuwbouwwijk uit de 21ste-eeuw. Of een nieuwe pensionado’s wijk aan de Spaanse kust. 51 hectare groot, meer dan 14.500 atleten kunnen hier verblijven. Er is een trainingsaccommodaties op 20 minuten afstand van het dorp. Het complex van de filmstudio ‘Cité du Cinéma’ huisvest de restaurants, in de Maxwell Hall komen een fitness centrum, een café en een servicecentrum. De sporters kunnen van de rust en de omgeving genieten langs de oevers van de Seine. Het Stade de France, het grote stadion dat al meer dan 25 jaar oud is en waar de atletieknummers worden afgewerkt, is letterlijk op 10 minuten lopen. Het dorp ligt pal naast de snelweg. 85% van alle atleten zouden binnen 30 minuten op hun wedstrijdlocatie zijn. Speciale rijstroken worden vrijgemaakt.
De contouren van Cité du Cinema-complex is in de verte te zien. Tussen blokken appartementsgebouwen in een drassig gebied dat nog grotendeels aangelegd moet worden. De site is – ook op zaterdagmiddag - goed bewaakt: overal dranghekken en kotjes waar bewakers zitten die de boel in de gaten moeten houden. De ene alerter dan de andere. Enkele stratenmakers zijn steentje voor steentje een trottoir aan het aanleggen. Een klein groepje belangstellenden wordt met een gids rondgeleid.
Het Olympisch dorp ligt aan de noordkant van Parijs: Saint-Denis, Île Saint-Denis en Saint-Ouen. Dat is niet zonder een reden. Bij gasten uit mijn tours heerst vaak het beeld over de banlieue van Parijs dat het kommer en kwel is daar. Dat klopt lang niet overal. Maar de voorsteden waar problemen het gemeentelijk beleid beheersen zijn inderdaad in deze contreien te vinden: ten noorden van Parijs. Er is een aanzienlijk deel van het hele Olympische budget – sommigen beweren zelfs 85 procent! – dat naar deze voorsteden gaat. De Spelen zouden indirect ook een stimulans moeten worden voor de sociale omstandigheden hier.
Onze burgemeester, Anne Hidalgo, vatte het kernachtig samen: “We bouwen niet voor dertig dagen sport, maar voor dertig jaar.” Dat betekent dat het dorp na ruim een maand topsport niet zal verpauperen. Zoals het gebruikelijk is, is er een 2de bestemmingsplan. Deze appartementen zouden naar 6000 van de plaatselijke bewoners moeten gaan. Scholen zouden moeten verrijzen op dit terrein, en ook parken en sportgelegenheden worden voor de inwoners aangelegd.
Klinkt heel nobel in theorie, maar dat gaat wel wat voeten in aarde hebben. Er zijn met name 2 moeilijkheden. Architect Dominique Perrault heeft getracht een compact en duurzaam dorp neer te zetten, zodat ook de banlieues voordeel gaan hebben van de Olympische Spelen. Maar onder de lokale bevolking heerst er angst dat zij zelf niet zullen profiteren. De huizen zullen zeer duur worden, ondanks het feit dat er ook sociale huur tussen zal zitten. Om een flat te kopen in het Olympisch dorp ligt de prijs op 7.000 euro per vierkante meter. Dat betaal je ook in (de minder duren delen van) de stad Parijs. Je hoeft geen Nostradamus te zijn om te voorspellen dat er vooral rijke mensen hiervan gaan profiteren: gentrificatie. En dat is niet de bedoeling als je de plaatselijke bevolking sociaal-economisch wilt ondersteunen en ontwikkelen.
Daar komt bij dat de kamers van de atleten geen keukens bevatten. De organisatie wil het sociale aspect onder de Olympiërs stimuleren door hen allemaal te laten eten in het grote complex van Ciné de Cinéma. Dat betekent dat na afloop van OS2024 duizenden slaapkamers verbouwd moeten worden tot een keuken. Ten slotte zijn de kamers ook niet voorzien van een airconditioning. Dit zou echter opgelost worden door de gebruikte bouwmaterialen, die zich aanpassen aan het klimaat. De accommodaties worden zo voorzien op hittegolven.
We gaan het deze zomer (en herfst) allemaal zien. Eerst moet nog het terrein afgewerkt worden. Langs de dranghekken liggen de plantjes in plastic bakjes en de grasrollen uit de plaatselijke tuincentra op hun bestemming te wachten. Laat de lente maar komen!
Hoe de Olympische vlam (bijna) een afschuwelijke ramp veroorzaakte in Nederland
Parijs vindt, zoals ze het zelf trots uitdrukken, deze zomer de Olympische openingsceremonie opnieuw uit. Centraal staat nog altijd het ontsteken van de Olympische vlam. Ditmaal niet in het stadion maar op een andere locatie, namelijk Trocadéro.
De eerste keer dat de vlam in het stadion werd ontstoken was in 1928. In Amsterdam. Een Nederlander stond aan de wieg van deze traditie. Jan Wils was de architect van het Olympisch Stadion in Amsterdam. Hij liet speciaal de zogenaamde Marathontoren op het plein voor het stadion bouwen waar hij een betonnen korf aanbracht. Wils: ‘Ik stel me daar veel van voor. Het wordt een hele ijle toren. Er boven komt een grote schaal, waarin overdag een rookpluim kan opstijgen en ’s avonds een vuurzuil.’ Tijdens de openingsceremonie van 28 juli 1928 kringelde er inderdaad opeens rook uit de toren om na zonsondergang te veranderen in vuur. Na de ontbranding tijdens de openingsceremonie bleef het vuur 2 weken branden tot aan de sluiting. Dat ritueel is altijd zo gebleven.
Tijdens die eerste editie werd de vlam amper opgemerkt. Prins Hendrik, de man van koningin Wilhelmina, was prominent aanwezig tijdens de officiële openingsceremonie - net als trompetgeschal, het loslaten van postduiven en het hijsen van de Olympische vlag. Maar tijdens de plechtigheid en in de kranten in de dagen daarna werd er geen woord geschreven over het vuur.
De introductie van die vlam op een hoge toren leidde bijna tot een ongekend drama die de Olympische Spelen van 1928 voor altijd hadden kunnen ontsieren. Op 1 augustus waren de atletiekwedstrijden in volle gang. Tegelijkertijd was in het luchtruim de Franse gezagvoerder Fouge druk bezig om zijn vliegmachine aan de grond te krijgen. Vertrokken vanuit Parijs was de plaats van aankomst Schiphol - toen nog niet veel groter dan een gemiddelde basisschool. Het was rond 5 uur ‘s middags en zeer bewolkt. De Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) berichtte na afloop: ‘Hij bleef laag boven het Olympisch Stadion cirkelen en verwijderde zich dan weer stadwaarts, telkens zeer laag boven uiterste buitenwijken vliegend.’ Het toestel scheerde gevaarlijk dicht boven de tribunes met duizenden toeschouwers.
Wat was het probleem? Fouge vloog voor het eerst over de nieuwe lijnvlucht tussen Parijs en Amsterdam. Hij kende de route amper en van radar had men nog niet gehoord. Hij vloog bij wijze van spreken op de tast langs lichtbronnen op de grond. En dus ten hoogte van Amsterdam zag hij een fel schijnend lichtbron op de Marathontoren. Dat zag hij aan voor de lichttoren van Schiphol. De Franse piloot was niet op de hoogte van het Olympisch vuur. Internet en televisie bestonden nog niet. De Spelen werden wereldkundig gemaakt via de radio en in de geschreven pers. Vaak met vertraging. Hij zag de atletiekbaan aan voor een landingsbaan.
Fouge bleef dus rondjes vliegen boven het stadion om aanstalten te maken voor een landing. Hij daalde en daalde… tot hij net op tijd zijn vergissing inzag en zijn toestel weer optrok. Hij week uit naar een veld ergens tussen het Olympisch stadion en Schiphol. Dat veld was een modderpoel waar het vliegtuig in zakte. Het heeft nog uren geduurd voordat de passagiers – 5 in totaal - konden uitstappen. Gelukkig kwamen ze allemaal ongedeerd uit het toestel. Het leed was niet te overzien geweest als het even anders was afgelopen met duizenden mensen in het stadion. En dat allemaal door een wapperende vlam in de nok van de fameuze Marathontoren!
Deels ontleend aan: www.sportgeschiedenis.nl
OS2024: De Paralympische Spelen
Tussen 28 augustus en 8 september 2024 worden de Paralympische Spelen georganiseerd. Na de sluitingsceremonie van Olympische Spelen heeft de stad Parijs (ruim) 2 weken om te bekomen en zich tegelijkertijd voor te bereiden op de nieuwe competities. Welke sporten kunnen we bewonderen op de Paralympische Spelen. Ik neem er 3 onder de loep.
1. De Paralympics worden al gehouden sinds 1960. Toen was Rome gastheer. Daarvoor bestonden er al aangepaste sporttoernooien. Het begon allemaal met rolstoelbasketbal in 1948. Dit spel kwam bovendrijven in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Voor veel gewonde veteranen werd rolstoelbasketbal een rehabilitatieactiviteit. Door snelheid, vaardigheid, stoelcontrole en teamgeest te combineren komt in rolstoelbasketbal alles van een Paralympische sport samen.
De regels van rolstoelbasketbal zijn vergelijkbaar met staand basketbal: het wordt gespeeld door twee teams van vijf spelers, het veld is even groot en de ring bevindt zich op dezelfde hoogte. De dribbelregels zijn echter anders. Spelers moeten de bal passen of stuiteren na elke twee keer duwen van de wielen op hun stoelen. De rolstoel wordt beschouwd als onderdeel van het lichaam van de speler. Het rijtuig heeft een stevig frame, drie of vier wielen en een antikiepwiel aan de achterkant om herhaald contact en botsingen tijdens wedstrijden tegen te gaan. Locatie in Parijs deze zomer: Bercy Arena in het 12de arrondissement.
2. Blindvoetbal. Hoe kan je nu voetballen terwijl je niet kan zien? Waar moet die bal naartoe? Het antwoord is simpel (als je er aan denkt): zicht wordt vervangen door geluid. De spelers spelen met een hoorbare bal. Blindvoetbal was voor het eerst te zien op de Paralympics in Athene (2004). Sindsdien hebben spelers bij elke Spelen toeschouwers en tv-kijkers over de hele wereld versteld doen staan.
Blinde voetbalteams bestaan uit vier veldspelers en één keeper. Wedstrijden zijn verdeeld in twee helften van 15 minuten. Het veld is een stuk kleiner dan we gewend zijn: 40 x 20 meter. Borden lopen langs beide zijlijnen om de bal binnen het speelveld te houden. De keeper, die ziend of slechtziend moet zijn, speelt een sleutelrol omdat hij zijn teamgenoten aanwijzingen kan geven bij het verdedigen. Bij de aanval worden de voetballers bijgestaan door een gids die achter het doel van de tegenstander staat. In de praktijk hebben veldspelers een zeer lage gezichtsscherpte en/of geen lichtwaarneming. Om eerlijke concurrentie te garanderen dragen alle spelers oogkappen.
Bij blindvoetbal vertrouwen spelers volledig op hun gevoel voor geluid, daarom worden toeschouwers gevraagd om tijdens het spel stil te zijn. Wanneer de voetballers naar een tegenstander toe bewegen, een tackle maken of naar de bal zoeken, zeggen ze 'voy' of een soortgelijk woord. Als er een doelpunt wordt gescoord wordt iedereen extra aangemoedigd om zoveel mogelijk lawaai te maken.
Het zal je niet verbazen dat ook in blindvoetbal Brazilië al sinds mensenheugenis kampioen is. Wie verslaat ze deze zomer in Parijs? De speellocatie is makkelijk te vinden, pal naast de Eiffeltoren.
3. Het bijzondere aan paardensport is dat je als sporter altijd een intense relatie onderhoudt met een ander levend wezen - een dier op wie je nota bene bent aangewezen. Dat is bij de Paralympische discipline nog sterker. Paradressuur is een sport waarbij ruiter en paard één worden. Naast vrijetijdsbesteding was paradressuur altijd al een vorm van therapie. Deelnemers hadden veel baat bij de interactie met paarden. In de jaren ‘70 werden de eerste wedstrijden gehouden. Het duurde echter tot de Spelen van Atlanta in 1996 voordat dressuur aan het Paralympische programma werd toegevoegd.
Het paradressuurwedstrijdprogramma omvat de individuele kampioenschapsproef, een teamproef en de individuele kür op muziek (die uniek is voor elke ruiter, aangezien ze hun eigen routine en muziek kiezen). Afhankelijk van hun behoeften mogen ruiters speciale uitrusting gebruiken, zoals aangepaste zadels, riemen en sporen.
De edele paardensport zie je in de vorstelijke omgeving van Versailles.
Day 2 morning | Football 5-a-side highlights | Rio 2016 Paralympic Games (youtube.com)
De Fryges veroveren onze harten tijdens OS2024
Zijn ze niet schattig? Fryges heten ze. Laat me ze even aan je voorstellen.
Ze komen voor op t-shirts, maar je kunt ook met ze knuffelen; ze zijn heerlijk zacht. Soms hebben ze 2 pootjes. Maar er zijn ook exemplaren met 1 pootje en een prothese. Dat komt omdat na de Olympische Spelen ook de Paralympische Spelen in Parijs worden georganiseerd (in september 2024).
Als je goed naar de mascotte kijkt dan valt iets op: de knuffels hebben de vorm van een hoed. Een legendarisch hoed: de fryges. Dit is een symbool van vrijheid dat dateert uit de tijd van de Franse Revolutie. Maar de oorsprong van de mutsen gaat nog verder terug. In de Romeinse tijd droegen vrijgekomen slaven en hun kinderen het hoofddeksel als symbool van hun opnieuw verkregen vrijheid.
Daarna gingen de Franse republikeinen met het hoofddeksel aan de haal. Na het feodale systeem in de Middeleeuwen en de vaste standen in het ancien regime hadden de opstandelingen zich ontdaan van de maatschappelijke ketens. Met name één dame wordt altijd afgebeeld met deze typische muts en dat is Marianne. De vrouw die nooit bestaan heeft maar toch symbool staat voor de revoluties uit de 19de eeuw. En ook voor de Franse Republiek en de vrijheid. Marianne verschijnt (vrijwel) altijd met zo’n frygische muts op. Of ze nu afgebeeld staat op postzegels, op vlaggen, of als buste in een gemeentehuis… Altijd heeft Marianne de Frygische muts op.
Franse archieven tonen ons echter dat de Frygische muts al veel langer onderdeel uitmaakt van de Franse geschiedenis. Niet alleen tijdens de omwenteling van 1789 of toen de Eiffeltoren werd opgetrokken, maar ook al bij de bouw van de Notre-Dame in de 12de eeuw. En ook 100 jaar geleden, tijdens de vorige Olympische Spelen in Parijs. Maar ook aan de andere kant van de Atlantische Oceaan vinden we afbeeldingen van de muts terug, zoals in de Cubaanse en Haïtiaanse cultuur èn zelfs in het wapen van Argentinië! En wat denk je van de smurfen? Die lopen er ook altijd mee rond! 😉
Onze Olympische Fryges zijn net smurfen: vliegensvlug, zelfs met een loopprothese. De Fryges proberen graag iets nieuws uit - welke sport dan ook, als team of alleen. Ze zijn de ideale supporters, omarmen de zuivere waarden van de sport. Ze zijn er om alle atleten in alle arena's en alle locaties van de Spelen te supporteren en te eren. Na afloop houden ze ook van het feesten om de overwinning te vieren of een nederlaag te verwerken…
De Fryges gaan met andere woorden hand in hand met de Olympische gedachte: sport verbroedert, sport zorgt voor meer vrijheid, sport geeft ons een beter gevoel. Zeker omdat de OS2024 het volk in beweging moet brengen – ook na het sportfestijn. Obesitas is in Frankrijk net zo’n groot probleem als in de Lage Landen of in eender welke consumptiemaatschappij waar vet en zoet eten nog altijd onvoldoende worden afgeremd en bewegen meer gestimuleerd mag worden. De OS2024 zou dat patroon moeten doorbreken en dus een soort gezondheidsrevolutie gaan ontketenen.
Je hebt het al door… ik zit al bijna het officiële persbericht van OS2024 te citeren. Eigenlijk, om een lang verhaal kort te houden, zijn de Fryges “onze betere ik”. 😉
OS2024: Moderne Olympische Spelen dankzij een Fransman
Dat de Olympische Spelen in 2024 thuiskomen in Parijs is wat overdreven. De bakermat van de Spelen is en blijft Griekenland, waar in de oudheid al een eerste incarnatie van de wedstrijden plaatsvonden. Toch komen de Olympische Spelen ook een beetje wèl thuis. Dat heeft alles te maken met de geestelijke vader van de moderne Spelen: Pierre de Coubertin (1863-1937).
De Fransman Courbertin was van aristocratische afkomst. De Baron leefde in turbulente tijden: geboren onder keizer Napoleon III was hij getuige van de Duitse bezetting van 1870, de Commune en uiteindelijk de 3de Republiek. In een rustiger vaarwater kwam Frankrijk er weer bovenop. Het waren de tijden van de Wereldtentoonstellingen. Die hele setting werd een voedingsbodem voor de herintroductie van de Olympische Spelen.
Courbertin was een historicus en een pedagoog. Hij staat in Frankijk bekend als de man die sport introduceerde op school. En als historicus was hij meer dan gemiddeld bewust van de kracht van de Griekse cultus en cultuur, waar de Olympische Spelen onderdeel van uit maakten.
Coubertin beschikte ook over een wijdvertakt netwerk. De Brit William Penny Brookes zat hierin. Brookes was een getrainde arts, geloofde dat lichaamsbeweging de beste manier was om ziekten te voorkomen. In 1850 had hij een lokale atletiekwedstrijd opgezet die hij "Meetings of the Olympian Class" noemde. Samen met de Liverpool Athletic Club, die in de jaren 1860 hun eigen Olympische Festival begon te houden, richtte Brookes een National Olympian Association op. Die had tot doel dergelijke lokale competitie in steden in heel Groot-Brittannië aan te moedigen. Brookes onderhield ook contacten met de regering en sportadvocaten in Griekenland. Zij hadden wel oor naar een heropleving van de antieke Olympische Spelen.
Uiteindelijk hadden ze Coubertins laatste zetje nodig om deze hernieuwde droom tot leven te brengen. Hij zorgde voor de oprichting van het Internationaal Olympisch Comité. In 1894 tijdens een heus congres, gehouden in de Sorbonne Universiteit in het Parijse Quartier Latin, werd besloten tot de eerste moderne Olympische Spelen. Een sportieve droom kwam uit. De eerste Spelen zouden in Griekenland plaatsvinden, in 1900 was het de beurt aan Parijs, als onderdeel van de Wereldtentoonstelling. Griekenland wilde aanvankelijk het sportevenement ieder jaar organiseren, maar dat was Coubertin een stap te ver. De fakkel zou iedere Olympiade overgedragen worden aan een andere stad in een ander land. En zo geschiedde.
Het waren idealistische tijden, vrede domineerde al enkele decennia het Europese continent. Zou het altijd zo blijven? Als het aan Coubertin lag wel. Hij beschouwde de Spelen als een vehikel voor vrede.
En dan was er nog de beroemde uitspraak: Deelnemen is belangrijker dan winnen. Deze uitdrukking is Coubertin vaak toegedicht. Zoals vrijwel altijd ligt de waarheid net even anders. Hij zou het volgende hebben gezegd: “Het belangrijke in het leven is niet de triomf, maar de strijd, het essentiële is niet om te hebben gewonnen maar om goed te hebben gestreden.” Samengevat kom je dan bij de legendarische uitdrukking en het Olympische motto uit.
Coubertin was niet bepaald de meest competitieve persoon. Toch heeft hij ooit een gouden Olympische medaille gewonnen. In welke discipline? Literatuur! In de oer periode, begin 20ste eeuw, werd er op de Olympische Spelen niet alleen sportief gewedijverd maar ook in kunstzinnige en muzische domeinen.
Coubertin wist uiteindelijk ook nog de 2de Franse editie in de wacht te slepen, die van 1924. Hij stierf in 1937, maar is niet begraven in Parijs. Naar zijn laatste wens werd zijn hart naar Olympia in Griekenland gebracht in een gedenksteen ter ere van hem. Als in Olympia de Olympische vlam wordt ontstoken, steekt de eerste fakkeldrager het vuur aan in het marmeren altaar in het Coubertin-bos. De vlam gaat dan naar Athene en vervolgens naar de desbetreffende gaststad.
OS2024: titanenstrijd tussen Parijs en Los Angeles
In mei 2017 kwam de krant Wall Street Journal met onthullend nieuws. Nog voordat Parijs officieel zou worden gekozen als organiserende stad voor de Olympische Spelen – op 13 september van dat jaar - was de keuze al bepaald. In de sportwereld kreeg het project al de titel “24/28-overeenkomst” mee. Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) en de steden Parijs en Los Angeles zouden hebben afgesproken om de organisatie van de Olympische Spelen van 2024 toe te vertrouwen aan de Franse hoofdstad. Als tegenprestatie zou die van 2028 naar Amerika gaan.
Hoe is het zover gekomen? Parijs en Los Angeles waren de laatste 2 overgebleven kandidaten. De Parijzenaren wilden per sé de editie van 2024 binnenhalen. Waarom? Die ene eeuwige, prachtige Franse afwijking kwam weer bovendrijven: symboliek. Als het even kan doen Fransen er alles aan om ergens symboliek in te zien en die ook te eerbiedigen. Zowel in ruimte als in tijd. Zo is er de allesoverheersende symmetrie in de Parijse tuinen en gebouwen. Denk ook aan de kilometers lange as die vertrekt vanuit het Louvre langs Jardin des Tuileries, Place de la Concorde, Champs Élysées, Arc de Triomphe, La Défense, Nanterre tot ver buiten Parijs. Prachtig!
Maar ook in de tijdsdimensie zijn de Fransen erg gevoelig. Zo werd de Eiffeltoren exact 100 jaar na de Franse Revolutie gebouwd. Dat is geen toeval. En weer precies 100 jaar later werd de glazen piramide bij het Louvre opgetrokken. Ook geen toeval. En dus – je raadt het al – moeten we deze symboliek ook bij de Olympische Spelen gaan zoeken. De 2024-editie zal de 3de keer worden dat de Spelen in Parijs worden gehouden. De eerste keer was in 1900 en de 2de keer in 1924. En nu, precies 100 jaar later, wilde Parijs opnieuw de verantwoordelijkheid op zich nemen. Dus stampvoetend probeerde de stad haar kandidatuur veilig te stellen.
Een Franse delegatie toog naar Californië en ze wist een akkoordje af te dwingen. De stad van de engelen zag het uiteindelijk wel zitten om hun organisatie 4 jaar uit te stellen en gunde Parijs de eer. Veel Amerikanen, die niet uit Californië komen en die mijn gast zijn tijdens tours, kijken hiervan op. Mensen uit Los Angeles krijgen meestal wat ze willen, geven niet of nauwelijks toe. Dat ze dus toch aan het kortste eind trokken is opvallend. Maar ook weer niet helemaal opzienbarend. Er zit namelijk een addertje onder het gras. Een beloning die in klinkklare munten wordt uitbetaald.
Thomas Bach, de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), zei het als volgt: “Iedereen is het erover eens dat geen enkele stad zich een verliezer mag voelen.” En dus werd er door het IOC met Los Angeles onderhandeld over een financiële vergoeding. Om de kosten van het wachten tot 2028 op te vangen, zou de Californische stad een bedrag van 2 miljard dollar hebben ontvangen, dat onder andere zou gebruikt zijn om sportprogramma's voor jongeren te financieren, maar ook om de infrastructuur een boost te geven.
Eind goed al goed. Voor beide steden. En voor één iemand in het bijzonder. Want voor onze burgemeester, Anne Hidalgo, was het een persoonlijke triomf. Ze had namelijk van het binnenhalen van de Olympische Spelen een verkiezingsbelofte gemaakt in 2014 toen ze voor het burgemeesterschap ging. Zij werd burgemeester èn ze haalde de Spelen naar haar stad. Mission accomplished!
OS2024: Sport-Feest in Parijs
Tel je mee af: nog 329 dagen voordat het grote sportfeest losbarst. Met de nadruk op sport èn op feest. Want vanaf 26 juli 2024 heeft Parijs de eer om de 30ste editie van de moderne zomerspelen te organiseren. De Paralympische Spelen vinden even later plaats, van 28 augustus tot 8 september. Hier op straat zie je meer en meer sporen van deze enorme festijnen. Maar ook in commercials op radio, televisie en online zien we de 2 logo’s steeds vaker opduiken.
De opening van de Olympische Spelen vindt plaats op vrijdagavond 26 juli. Zoals de organisatie het zelf uitdrukt: ‘we vinden de openingsceremonie opnieuw uit’. Want de ouverture gaat niet door in een of ander stadion zoals doorgaans het geval is. Nee, Parijs zou Parijs niet zijn om hier iets bijzonders van te maken – in het hart van de stad. Als je mag dromen doe het dan groots! Parijs heeft een traditie hoog te houden.
Het plan is dat de atleten per land op een boot vertrekken ten oosten van de Notre Dame (Pont d’Austerlitz) en dan helemaal naar de andere kant van de stad varen. Op het schema tel ik al snel 18 bruggen waaronder wordt gevaren over een lengte van 6 kilometer. Ten hoogte van de Eiffeltoren stappen de sporters uit. Ze lopen aan de overkant het gigantische platform van Trocadéro op, aan de voet van Palais de Chaillot. Hier wordt de vlam ontstoken.
1 miljard televisiekijkers zijn getuige. Aan de Seine staan 600.000 toeschouwers te applaudisseren en te zwaaien met vlaggetjes. Dat is het plan. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat er 2 miljoen mensen langs de Seine zouden staan. Dat was te riskant voor de veiligheidsagentschappen. Die kwamen aanvankelijk met het realistischere aantal van 25.000 mensen. Het compromis is momenteel 600.000 geïnteresseerden. We zullen zien.
Het epicentrum voor de sporters is uiteraard het Olympische en Paralympische dorp. De locatie wordt ongeveer 7 kilometer uit het centrum van Parijs opgebouwd en ligt in de Parijse deelwijken Saint-Denis en Saint-Ouen. Het dorp ligt op minder dan vijf minuten van het Stade de France. In dit machtige stadion worden de atletieknummers en de sluitingsceremonie afgewerkt. De centrale ligging van het sportersdorp betekent dat 85% van alle atleten minder dan 30 minuten nodig hebben om op hun wedstrijdlocatie te komen.
De stad zelf zal tijdens de Spelen opgesplitst zijn in 2 zones: een sport- en een feestgedeelte. Kom je volgend jaar meer om te feesten dan om te sporten? Dan ben je in het centrum van Parijs aan het goede adres: Marais kent met de gay wijk en de jongerencultuur ambiance tot in de late uurtjes. Loop je langs het gezellige plein voor het stadhuis in de richting van Paris Plage op de kaai dan weet je dat je aan één nacht niet voldoende hebt.
De sportzone situeert zich vooral aan de westkant van de stad, waar in vroeger tijden de Expositions Universelles werden gehouden, de grote tentoonstellingen waar we de Eiffeltoren en Grand Palais aan te danken hebben.
Half augustus jl. hielden de organisatoren, samen met de politie en duizenden vrijwilligers, 4 dagen lang verkeersoefeningen. Tientallen straten en enkele bruggen tussen Hôtel des Invalides en de Champs Élysées waren volledig afgesloten om sporters door te laten bij fiets- en loopnummers. De sporters hebben uiteraard voorrang op de bezoekers die zich willen verplaatsen over het parcours. Je begrijpt het al, dat moet geoefend worden. Dat gebeurde dus in augustus. Om 2 redenen. De Olympische en Paralympische Spelen vinden grotendeels plaats in deze maand. En in augustus zijn de meeste Parijzenaren op vakantie. Het perfecte moment dus om alles door te nemen. In de praktijk betekende dit hier en daar wachten en af en toe een beetje omlopen.
Sowieso is de politie al dit hele toeristenseizoen druk bezig met voorbereidingen. Uit ervaring weet ik dat voor touringcars het steeds moeilijker wordt om mensen te droppen en op te pikken. Sta je enkele minuten stil dan komt er al politie of een stadswachter op je bus af om fijntjes te laten weten dat je te lang stilstaat. En er volgt al snel een bekeuring. De stad is zich al meer en meer naar de Spelen aan het bewegen. Een logistieke operatie van jewelste. Maar we zijn wel wat gewend in deze stad.
Nog één jaar!
Over een jaar is het zover. Parijs heeft dan de eer om de 30ste editie van de moderne zomerspelen te organiseren. Hier op straat kom je meer en meer sporen van dit enorme sportfestijn tegen. Maar ook in commercials op radio, televisie en online zien we het logo steeds vaker opduiken. Het zit er aan te komen!
De opening van de Olympische Spelen vindt plaats op vrijdagavond 26 juli 2024. Zoals de organisatie het zelf uitdrukt: ze vinden de openingsceremonie opnieuw uit. Want het feest vindt niet plaats in een of ander stadion zoals doorgaans het geval is. Nee, de opening zal plaatsvinden op de Seine en Trocadéro, tegenover de Eiffeltoren. 1 miljard televisiekijkers zullen getuige zijn van een spektakel dat niet eerder is voorgekomen in de geschiedenis van de Olympische Spelen.
Tot 11 augustus komen duizenden sporters in actie. Niet alleen in de stad Parijs, maar ook ver daarbuiten. Vechtsporten, zoals schermen en taekwondo, maken hun afwachting in het Grand Palais. De wielrenners gaan
over de Champs-Élysées – net als afgelopen week tijdens de aankomst van de Tour de France. Tennis komt thuis op het court van Roland Garros. In Marseille wordt er gezeild en gevoetbald wordt er in het hele land.
Het epicentrum voor de sporters is uiteraard het Olympische en Paralympische dorp. Deze accommodatie in Saint Denis ligt op een kleine 7 kilometer ten noorden van het centrum van Parijs en op minder dan 2 kilometer van het Stade de France. In dit machtige stadion worden in de tweede week de atletieknummers afgewerkt en op 11 augustus de sluitingsceremonie.
Paris Promenade zal komend jaar volop aandacht besteden aan de Olympische en de Paralympische Spelen (van 28 augustus tot 8 september). Hou onze blog in de gaten: vanaf september iedere eerste vrijdag van de maand meer over de Spelen.
De Olympische Spelen beloven een once in a lifetime-experience te worden. Spring in de auto of in de Thalys en kom de sfeer opsnuiven. Parijs is dichterbij dan je denkt. Speciale verzoeken tijdens het hele Olympische seizoen (februari tot oktober 2024) verzorgen wij graag voor je. Alles is bespreekbaar. Voor het gezin, de hele familie, een groep vrienden, sporters of collega’s. Of misschien wil je met de hele Olympische bond komen? Stuur ons gewoon een mailtje en wij van Paris Promenade maken van je tour een topervaring.