BLOG PARIS PROMENADE 

HIER VIND JE IEDERE WEEK EEN NIEUWE BLOG OVER HET LEVEN VAN JE GIDS IN PARIJS. AVONTUREN EN VERHALEN DIE JE OOK KAN BELEVEN ALS JE MET ONS MEEGAAT OP ONZE WANDEL TOURS. 

LEESTIJD PER BLOG: 3 à 4 MINUTEN
VEEL LEESPLEZIER!


De vertederende Tour Saint-Jacques 

Ik koester altijd een bijzondere sympathie voor hem. 


Dat komt in de eerste plaats doordat zijn toren altijd in de schaduw staat van al die andere pontificale, om aandacht schreeuwende gebouwen: Hôtel de Ville, Centre Pompidou, Louvre, Conciergerie, Théatre Châtelet… En dan vlakbij in een klein parkje, een square, staat ie dan: de toren die zijn kerk verloor.


Het had hem nog erger kunnen vergaan. Hij heeft tenminste nog zijn toren. Van zoveel andere kerken zijn alle sporen opgelost in de nevelen van de tijd. Van Tour Saint-Jacques dus niet, want over hem heb ik het. Het toeval dicteerde dit verloop - zoals een groot deel van de geschiedenis uit toevalligheden bestaat.


Les Halles ligt op 5 minuten lopen van Tour Saint-Jacques. Dat was de plek waar eeuwenlang de grootste markt van Parijs stond, dag in dag uit. De bakker, de slager, de groenteman, de visman, de bloemist… Elk van die beroepen had zijn eigen kerk. En vrijwel geen van die kerken bestaan nog. Allemaal het slachtoffer geworden van de onvergelijkbare volkswoede die Franse Revolutie heet. Een soort beeldenstorm tegen kerk en koning. 


En dus ook de laat-gotische Sint Jacobskerk, die begin 16de eeuw speciaal was gebouwd voor het slagersgilde, moest eraan geloven. Maar in tegenstelling tot al die andere kerken behield Saint-Jacques wel zijn toren. Het verhaal hierachter gaat verschillende kanten op. De toren zou gespaard zijn ter ere van de natuurkundige Blaise Pascal die experimenten met luchtdruk uitvoerde bij deze toren. Zijn standbeeld is te bewonderen onder de toren.


Mij is ook ooit een andere reden ter ore gekomen. Op het uitbreken van de Franse Revolutie in Parijs volgden jaren van dood en verderf. Een ware burgeroorlog. De revolutionairen vernielden alles wat los en vast zat en waar koning en kerk iets mee te maken hadden. Maar diezelfde opstandelingen vervaardigden ook kanonskogels om de oorlog te voeren. En die kogels zouden onder andere vervaardigd zijn bovenop die 67 meter hoge toren van de heilige Jacques. Via een gigantische schans gleden die kanonskogels in een grote bak water om af te koelen en daarna als munitie ingezet te worden. 


Helaas kan ik dit verhaal nergens verifiëren. Wat ik wel tegenkom is een soortgelijk verhaal over iemand die later in de 19de eeuw een loodgieterij zou zijn begonnen in de toren van Sint Jacob. De onaffe toren van 67 meter zou van een geschikte hoogte zijn geweest om zogenaamde looddruppels af te laten koelen en hier ballen van te maken. 


Ook werd in 1891 een klein weerstation geïnstalleerd op de eerste verdieping. 


Tour Saint-Jacques is internationaal vermaard voor degenen die de Camino hebben gelopen, de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella. De toren, gewijd aan Jakobus de Meerdere, is één van de vertrekpunten van de zogenaamde chemin de Compostella, de weg naar Noord-Spanje. Sinds 1998 is de Parijse toren zelfs officieel opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO.


De toren is ook het vertrekpunt van de oudste straat van Parijs: Rue Saint Jacques, die helemaal langs de Sorbonne universiteit loopt en in de Romeinse periode ook wel Cardo Maximus heette. Nog altijd vind je in het trottoir schelpenbuttons die de Camino markeren. Aan de andere kant gaat Rue St. Jacques à rive droit over in Rue St. Martin helemaal tot aan Gare de l’Est. Als je dit voorjaar naar Parijs komt, zie de dappere toren dan niet over het hoofd!

Gabrielle “Coco” Chanel

Een van de allerberoemdste Parisiennes van de 20ste eeuw werd geboren in het kleine provinciestadje Saumur, in de Loirevallei, niet ver van de Atlantische kust. Zoals 80% van de Parijzenaars is ze niet geboren in de hoofdstad zelf. 


In de fantastische jaren ’20, toen er volop gefeest werd in de straten van Montparnasse, zat Coco, née Gabrielle, aan de andere kant van de Seine. Rue Cambon, op rive droite naast Jardin des Tuileries, werd haar eerste uitvalsbasis. Op nummer 31 werden de kledingstukken ontworpen en tijdens modeshows aan het publiek voorgesteld. Ze woonde zelf in haar appartementje op de eerste verdieping. 15 jaar later waren vijf gebouwen in rue Cambon (nr. 23-31) haar eigendom. Voor devote fans is deze straat het heilige der heilige. Een altaar van de vrouwenemancipatie. Haar appartement is geen museum, zoals bij Yves Saint-Laurent, maar vanuit de boetiek krijg je wel een zweem van de Chanel-magie. 


De magie begon in de periode tussen de twee wereldoorlogen en maakte van Coco Chanel een van de meest invloedrijke mensen uit de 20ste eeuw. Haar buitengewone talent en ondernemingsdrang zorgden ervoor dat een nieuwe generatie vrouwen verlost werden van het korset. Dames mochten zich meer casual gaan kleden. Een ware revolutie! Zij ontwierp ook het elegante, iconische zwarte avondjurkje en natuurlijk de deux-pièce. Dan weet je precies waar Alfred Hitchcock zijn fetish voor koele blondines in mantelpakjes vandaan heeft. 


Ook bracht de couturier parfum uit. Wat Kind Of Blue van Miles Davis is voor de jazzmuziek en Mohammed Ali voor de bokssport, is No. 5 van Chanel voor de parfum: ver verheven boven het eigen genre of discipline en eerder een cultuurfenomeen op zichzelf. Iedereen heeft er wel eens van gehoord of herkent het. In 1921 kwam de parfum voor het eerst op de markt. Zoals Coco zelf zei: ‘Een vrouw moet ruiken als een vrouw en niet als een roos.’ Een doorslaand succes was het understatement van de eeuw.


Haar imperium zorgde ervoor dat het geld bleef binnenstromen. Uiteindelijk ging ze een straatje verderop wonen: in het Ritz Hotel. Een van de duurste hotels van de stad, gelegen op het statige Place Vendôme. Coco woonde daar 35 jaar. Een half mensenleven. Op de tweede verdieping had ze een room with the view. Hoe weet ik dat? Simpel. De dop van het flesje Chanel no. 5 is niet rond en is niet vierkant. De dop is achthoekig. En wat is ook achthoekig? Inderdaad, Place Vendôme. Haar suite is nog altijd gedecoreerd zoals zij het ooit graag had: gelakte muren, vergulde leeuwen, veel spiegels en veel zwartwit. Als je de kamer tijdens de fashion week wilt boeken, kost je dat een slordige 28.000 eurootjes. Per nacht, welteverstaan!


De huidige creative director Virginie Viard stelt de artistieke toekomst van het Chanel-concern veilig. En met een omzet van bijna 10 miljard dollar per jaar wordt het imperium verder uitgebouwd en leeft de legende voort. In 2021 was het 100 jaar geleden dat de couturier haar eerste grote successen boekte. Parijs put nog altijd uit de bron die Coco Chanel heet, een ware ambassadrice van elegantie.

OS2024: Wonen in het Olympische dorp

Het is zaterdagmiddag. Komende week, begin maart, wordt het Olympische dorp geopend. Dat is nochtans de bedoeling. De meeste voorbereidingen op het Olympische feest deze zomer staan op schema, maar er zouden 2 uitzonderingen zijn. Grand Palais, omdat de restaurateurs van dit gebouw uit 1900 in iedere hoek weer een andere onvoorziene uitdaging tegenkomen. Het andere zorgenkindje zou het Olympische dorp zijn. Het is zeer de vraag of de deadline voor de oplevering gehaald zou worden.


Op deze winderige zaterdagmiddag eind februari wandel ik er rond. De site ziet er typisch uit als een nieuwbouwwijk uit de 21ste-eeuw. Of een nieuwe pensionado’s wijk aan de Spaanse kust. 51 hectare groot, meer dan 14.500 atleten kunnen hier verblijven. Er is een trainingsaccommodaties op 20 minuten afstand van het dorp. Het complex van de filmstudio ‘Cité du Cinéma’ huisvest de restaurants, in de Maxwell Hall komen een fitness centrum, een café en een servicecentrum. De sporters kunnen van de rust en de omgeving genieten langs de oevers van de Seine. Het Stade de France, het grote stadion dat al meer dan 25 jaar oud is en waar de atletieknummers worden afgewerkt, is letterlijk op 10 minuten lopen. Het dorp ligt pal naast de snelweg. 85% van alle atleten zouden binnen 30 minuten op hun wedstrijdlocatie zijn. Speciale rijstroken worden vrijgemaakt. 


De contouren van Cité du Cinema-complex is in de verte te zien. Tussen blokken appartementsgebouwen in een drassig gebied dat nog grotendeels aangelegd moet worden. De site is – ook op zaterdagmiddag - goed bewaakt: overal dranghekken en kotjes waar bewakers zitten die de boel in de gaten moeten houden. De ene alerter dan de andere. Enkele stratenmakers zijn steentje voor steentje een trottoir aan het aanleggen. Een klein groepje belangstellenden wordt met een gids rondgeleid.


Het Olympisch dorp ligt aan de noordkant van Parijs: Saint-Denis, Île Saint-Denis en Saint-Ouen. Dat is niet zonder een reden. Bij gasten uit mijn tours heerst vaak het beeld over de banlieue van Parijs dat het kommer en kwel is daar. Dat klopt lang niet overal. Maar de voorsteden waar problemen het gemeentelijk beleid beheersen zijn inderdaad in deze contreien te vinden: ten noorden van Parijs. Er is een aanzienlijk deel van het hele Olympische budget – sommigen beweren zelfs 85 procent! – dat naar deze voorsteden gaat. De Spelen zouden indirect ook een stimulans moeten worden voor de sociale omstandigheden hier. 


Onze burgemeester, Anne Hidalgo, vatte het kernachtig samen: “We bouwen niet voor dertig dagen sport, maar voor dertig jaar.” Dat betekent dat het dorp na ruim een maand topsport niet zal verpauperen. Zoals het gebruikelijk is, is er een 2de bestemmingsplan. Deze appartementen zouden naar 6000 van de plaatselijke bewoners moeten gaan. Scholen zouden moeten verrijzen op dit terrein, en ook parken en sportgelegenheden worden voor de inwoners aangelegd. 


Klinkt heel nobel in theorie, maar dat gaat wel wat voeten in aarde hebben. Er zijn met name 2 moeilijkheden. Architect Dominique Perrault heeft getracht een compact en duurzaam dorp neer te zetten, zodat ook de banlieues voordeel gaan hebben van de Olympische Spelen. Maar onder de lokale bevolking heerst er angst dat zij zelf niet zullen profiteren. De huizen zullen zeer duur worden, ondanks het feit dat er ook sociale huur tussen zal zitten. Om een flat te kopen in het Olympisch dorp ligt de prijs op 7.000 euro per vierkante meter. Dat betaal je ook in (de minder duren delen van) de stad Parijs. Je hoeft geen Nostradamus te zijn om te voorspellen dat er vooral rijke mensen hiervan gaan profiteren: gentrificatie. En dat is niet de bedoeling als je de plaatselijke bevolking sociaal-economisch wilt ondersteunen en ontwikkelen.


Daar komt bij dat de kamers van de atleten geen keukens bevatten. De organisatie wil het sociale aspect onder de Olympiërs stimuleren door hen allemaal te laten eten in het grote complex van Ciné de Cinéma. Dat betekent dat na afloop van OS2024 duizenden slaapkamers verbouwd moeten worden tot een keuken. Ten slotte zijn de kamers ook niet voorzien van een airconditioning. Dit zou echter opgelost worden door de gebruikte bouwmaterialen, die zich aanpassen aan het klimaat. De accommodaties worden zo voorzien op hittegolven. 


We gaan het deze zomer (en herfst) allemaal zien. Eerst moet nog het terrein afgewerkt worden. Langs de dranghekken liggen de plantjes in plastic bakjes en de grasrollen uit de plaatselijke tuincentra op hun bestemming te wachten. Laat de lente maar komen!


Meer blogs van PARIS PROMENADE 
                    en nog véél meer over uw favoriete stad leest u op...