BLOG PARIS PROMENADE 

HIER VIND JE IEDERE WEEK EEN NIEUWE BLOG OVER HET LEVEN VAN JE GIDS IN PARIJS. AVONTUREN EN VERHALEN DIE JE OOK KAN BELEVEN ALS JE MET ONS MEEGAAT OP ONZE WANDEL TOURS. 

LEESTIJD PER BLOG: 3 à 4 MINUTEN
VEEL LEESPLEZIER!


Einde van het stepjestijdperk

Ik herinner het me als de dag van gisteren. Tijdens een tour fietste ik in een peloton met 15 personen achter me. Ten hoogte van Bateau Mouche staat ineens midden op het fietspad een trottinette. Terwijl ik deze elektrische step nader kijk ik links en rechts om te zien waar de eigenaar is. In de verste verte niemand te zien. Met andere woorden, zomaar een step gedropt op het fietspad. Ik begreep er niets van en verbolgenheid maakte zich van mij meester.


Dat was de eerste kennismaking, meer dan 5 jaar geleden, met een fenomeen dat nog verschillende malen mijn frustratie zou opwekken. 


Zoals een jaar later met Pasen: ten hoogte van het Institut de France reden, tegen het verkeer in, met een snelheid van minstens 40 kilometer per uur twee mensen op een trottinette. Op de weg! Ik wist niet wat ik zag. Ik begreep ineens dat vooral toeristen enorm in de vrijheidsmodus verkeren. Zo van: alles moet kunnen. En daar hoort ook een handige step bij en dwars door Parijs crossen. Snel, efficiënt, gemakkelijk, en dus ook midden op de weg of juist op het trottoir. De gebruikers gedragen zich niet alsof ze deel uitmaken van het verkeer, terwijl dat weldegelijk het geval is. 


Een laatste opvallend voorbeeld gebeurde in het begin van dit seizoen. Het zal maart geweest zijn toen ik mijn gasten Montmartre liet zien. Bij één van de meest schilderachtige plekjes, op het kruispunt tussen Maison Rose en het museum van Montmartre, lag letterlijk een stapel omgevallen én neergekwakte trottinetten. Omgevallen dominostenen zouden er netter bij gelegen hebben. Er zijn weinig voorbeelden waarin het één zo duidelijk detoneerde met het andere: de pittoreske omgeving met een hoop bij elkaar geraapt kunststof. Waarom lag die puinhoop daar? Ik vermoed dat de populariteit van La Maison Rose op sociale media hier debet aan was. Jongeren die het teveel energie kost om de heuvel op te lopen en dus de paardenkracht van de electric scooters gebruiken om op de top van Montmartre te komen. Als ze de voertuigen niet meer nodig hebben droppen ze die gemakshalve pal naast het restaurantje.


Ik ken mezelf al wat langer dan vandaag. Ik ben geneigd om mijn eigen verontwaardiging of frustraties te relativeren onder het mom van: het zal vast wel weer aan mij liggen. Maar dit keer lag het dus niet (alleen) aan mij. Mijn ergernis bleek, zonder dat ik het echt doorhad, een gedeelde frustratie van vele stadsgenoten te zijn. 90% van de Parijzenaars wilde af van die stepjes! Hoe weet ik dit? Het ongenoegen is dit jaar in april massaal gemeten tijdens een gemeentelijk referendum, waarbij meer dan 100.000 Parijzenaars kwamen opdagen. 


Wat gaan we doen met die trottinetten? Afgelopen jaar zijn er 3 doden en 400 gewonden gevallen door het gebruik van de snelle, geruisloze stepjes. Dat was de gemeente een doorn in het oog. In goed democratisch gebruik hebben de stadsgenoten de kans gehad om hun hart te laten spreken en de uitkomst was bindend. En dus is de exploitatie van die trottinetten sinds 1 september verboden. Overigens als je in het bezit bent van een eigen stepje mag je dat wel blijven gebruiken.


De aanbieders hebben de tijd gekregen om hun industrie te verplaatsen. De voornaamste producenten zijn het Amerikaanse Lime, Dott uit Nederland en het Duitse Tier. In de afgelopen jaren reden in totaal 15.000 van die electric scooters door de Parijse straten. De distribiteurs zijn enkele maanden bezig geweest om de trottinetten naar andere Europese steden over te hevelen waar meer en meer vraag is, zoals Lille, Bordeaux, Kopenhagen en Londen. Parijs is nu de eerste stad waar de snelle stepjes worden geweerd. 


Inmiddels zijn we nu 3 weken na het verbod. Hoe staat het ervoor? Er valt niet naast te kijken: sinds vrijdag 1 september zijn de trottinetten vrijwel verdwenen uit het straatbeeld. Heel af en toe rijdt er een elektrisch stepje rond, een model dat duidelijk eigendom is van een Parijzenaar. We zetten een nieuwe stap naar een veiliger Parijs. 

Een museum met een luchtje - deel 2 : Fragonard 

Net als bij Musée des Égouts hangt aan het parfummuseum een luchtje. Maar dan een heel ander luchtje, een kakofonie aan geuren. Je kan ze gaan ruiken in het Fragonard museum. Gratis.

Parfumerie Fragonard, opgericht in 1926, is een familiehuis met unieke traditionele Franse kennis. Eerst word je ontvangen en begeleid door een medewerks(t)er die vertelt over de oorsprong van de geuren, hoe de parfums worden gemaakt en gedestilleerd uit bloemen en plantenextracten. Ook word je bijgepraat over de buitengewone geurengeschiedenis van de oudheid tot heden.

Aan het einde van de rondleiding komt de spreekwoordelijke aap een klein beetje uit de mouw. Je wordt niet verplicht, maar toch vriendelijk uitgenodigd om een geur te proberen en een flesje te kopen in hun winkel. Deze boetiek biedt het hele assortiment van Maison Fragonard: parfums, eau de toilette, zeep, kaarsen, verstuivers, maar ook cosmetica, douchegels en cadeausets.

Jean-François Costa, de vader van de huidige eigenaars, was enorm gepassioneerd door oude voorwerpen. Hij was geïnspireerd door zijn oom die hem al heel vroeg liet delen in zijn kennis van de kunstgeschiedenis. Hij bezocht musea, lezingen, ondernam reizen, knoopte gesprekken aan met experts, curatoren, historici en andere liefhebbers. Daarmee effende hij het pad voor zijn smaak voor oudheden en in het bijzonder voor de Franse 18e eeuw. Met name geuren hebben altijd zijn fascinatie vastgehouden. Een prachtig abstract project. Geuren katapulteren ons vaak van het ene op het andere moment in de tijd. Niet zelden naar de zolder van onze grootouders of de geur van een oude geliefde. 

Costa begon zijn verzameling parfumkunstvoorwerpen in de jaren 1950, in een tijd waarin parfum niet dezelfde nieuwsgierigheid losweekte als tegenwoordig. Tegenwoordig is zijn verzameling indrukwekkend zowel in de kwaliteit van de stukken als in hun aantal en diversiteit: destillatieapparaten, kunstwerken uit de oudheid tot het midden van de 20e eeuw. Zijn zonen hebben intussen het museum voortgezet. 

Kom zelf deze bijzondere verzameling bezoeken. Het hele jaar door biedt het museum een ​​activiteitenprogramma aan dat is aangepast aan uw wensen: gratis en geleid bezoek, "Kenner"-bezoek, reukconferenties en workshops. Kruip in de schoenen van een leerling-parfumeur door je eigen eau de cologne te creëren. Een onvergetelijke, speelse en boeiende zintuiglijke ervaring waarin de creatie van een geur rond aromatische noten, citrusvruchten en oranjebloesem centraal staat. 

Je vindt Fragonard in een afgelegen straatje, square de l’Opéra-Louis Jouvet, vlakbij het immer drukke plein voor Opéra Garnier. 

 

Een museum met een luchtje - deel 1: Egouts 

Ik zeg vaak tegen mijn gasten: Parijs is een gatenkaas. De bekendste ondergrondse gaten zijn de corridors van de metro waar iedere dag miljoenen en miljoenen mensen doorheen manoeuvreren. Bedenk, meer dan 14 lijnen en dan al die wandelgangen naar de verschillende haltes. Stations zoals Les Halles, Montparnasse, Saint-Lazare zijn bijna ondergrondse dorpen, zo wijd verspreid. 


Er is uiteraard de Catacomben, aan de zuidkant van Parijs. Oorspronkelijk is dit een onderdeel van een tunnelstelsel van 290 kilometer onder de Franse hoofdstad, de carrières, de mijnen onder Parijs. 1,7 kilometer daarvan is openbaar toegankelijk en daar liggen de botten van de Middeleeuwse Parijzenaren opgestapeld: de Catacomben. 


Minder bekend zijn de oude spoorlijnen die niet meer in gebruik zijn, maar waar wel illegale feestjes worden gehouden – tot ongenoegen van de politie. En ook amper bekend is de ruimte onder de Opéra Garnier: die liep onder tijdens de grote overstroming van 1910. Sindsdien is dat water een soort extra fundering om het gebouw ondersteunen. Als het water weg zou leiden, zou de Opéra instorten. Er leven zelfs albino karpers in dit water. Zij zien nooit het daglicht. 


En dan zijn er nog de rioleringen. Ik zou bijna zeggen: uiteraard, maar je ziet het toch makkelijk over het hoofd. Die rioleringen – les égouts – zijn vergelijkbaar met de mijntunnels maar dan voor de afvoer van overtollige resten. Onder heel Parijs is er een vertakking van alle leidingen die uiteindelijk worden afgeleid naar verschillende zuiveringsstations. 


Het museum dat bij de riolering hoort kon voor het eerst bezocht worden tijdens de Wereldtentoonstelling van 1867. De rioleringen bestonden toen al zo’n 100 jaar. Het waren Lodewijk XIV en XV die een begin maakten met de ondergrondse afwatering. Om hygiënische redenen. In de 19de eeuw gold de uitbreiding van de riolering als een onderdeel van het grote project van Baron Haussmann om Parijs te moderniseren. Intussen is de bedding van de riolen wijd vertakt over groot Parijs. 


Het museum is gevestigd in het 7de arrondissement en op dit punt wordt de afwatering van het 7de en het 15de verwerkt. Je leest er over de geschiedenis van de riolering, maar het hoogtepunt is uiteraard de égouts zelf. En dat is een belevenis voor alle zintuigen. 😉 Want inderdaad je wordt er (op zachtzinnige wijze) geconfronteerd met je eigen lichaam. De rioleringen behelzen (naast de regen van het wegdek en trottoirs) vooral de afvoer van overtolligheden uit toiletten, baden en douches, en elektrische machines, zoals wasmachines. Daarom zou ik Musée des Égouts ook eerder willen omschrijven als een experience


Wat leuk is om te zien zijn de rioleringsarbeiders (égouteurs, zoals ze zo mooi heten in het Frans, is hier een Nederlands equivalent voor?) die in hun uniform rondlopen om zorg te dragen voor het onderhoud van de afvoer. Ze geven ook rondleidingen (ook in het Engels). De ondergrondse Musée des Égouts is sowieso een perfect alternatief als het buiten snikheet is (of juist regent). Het is er heerlijk koel en je loopt er makkelijk een uur rond om alles te bekijken. 


Het museum is niet alleen gericht op het verleden. Er is ook een ruimte met een visie op onze vervuiling. Zo worden we er fijntjes op gewezen dat de Fransen per dag 25 miljoen plastic flesjes gebruiken. Toen ik in het museum was, rond drie uur ’s middags stond de teller op 16.654.998 voor die dag. Je ziet die teller ook continu in beweging. Is dat veel op een bevolking van 62 miljoenen? Ik weet het niet, maar met dit hoekje willen de organisatoren duidelijk een statement afgeven dat het wat minder kan met afval produceren. 


Meer blogs van PARIS PROMENADE 
                    en nog véél meer over uw favoriete stad leest u op...