De bijzonderste plek waar ik ooit de Eiffeltoren zag
Overal waar ik kom in de wereld, op luchthavens, winkelcentra, overal kom ik haar tegen: de Eiffeltoren. Op tassen, t-shirts, commercials, billboards... Altijd die Eiffeltoren! Het gebouw blijft een ijzersterk merk. Coca-cola en Apple: eat your heart out!
Niet zo heel lang geleden kwam ik de Eiffeltoren tegen op een wel héél bijzondere plek. Waar? Ik zal het u vertellen.
Tijdens een tour door Parijs passeerden we met enkele gasten de Eiffeltoren. Ik vertelde het verhaal hoe de omwoners die toren totaal niet vertrouwden en bang waren dat de constructie op hun peperdure huizen zou vallen. Dat is nooit gebeurd. Gelukkig voor hen. Ook de bouwvakkers staakten. Toen al. Ze waren bang dat ze dood zouden vallen vanaf de hals van de toren. Er zijn nooit persoonlijke ongevallen gebeurd. Gelukkig voor hen. Hoewel. Eén bouwvakker heeft in zijn vrije tijd zijn meisje mee naar de toren genomen. Hij klom enkele meters omhoog en juist op het moment dat hij haar ten huwelijk wilde vragen viel hij van de Eiffeltoren. Morsdood. Parijs is de stad van de liefde, maar er is veel opgeofferd voor Cupido.
Toen de Eiffeltoren er eenmaal stond bleef de kritiek aanhouden. Voor de schrijver Guy de Maupassant werd het restaurant van de Eiffeltoren zijn favoriete plek in de stad. Dit was namelijk de enige plek in Parijs van waar hij de stad kon zien zonder die ‘verdomde’ Eiffeltoren in zijn zicht. Een volgende generatie was al iets positiever over de dame aan de Seine. De surrealistische schrijver en communist Louis Aragon sprak de woorden: ‘au sexe feminin entre ses jambes de fer écartées’. Tja, hoe vertaal ik dit? Feminin is vrouwelijk, jambes zijn benen, en écarté betekent gespreid. Het is, in andere woorden, een appreciatie voor het andere geslacht dat niets aan de verbeelding over laat, zal ik maar zeggen.
Ik ging verder met mijn verhaal. Ik vertelde over de Marne Taxi. Over hoe het de Duitsers in de Eerste Wereldoorlog nooit is gelukt om Parijs in te nemen dankzij de antenne op de Eiffeltoren. De Fransen kregen door wat de Duitsers van plan waren. Daarop mobiliseerden ze alle jonge gezonde mannen en stuurden hen naar het front aan de Marne. Die soldaten gingen niet per trein. Nee, zij kregen een lift met de taxi. Drie dagen lang, van 6 tot 8 september 1914, hebben ongeveer 1000 taxi’s 4000 soldaten vervoerd naar het front. De chauffeurs konden hun meters laten lopen. De totale rekening bedroeg meer dan 70.000 Franse frank! Een godsvermogen in die tijd. Deze actie hielp de moraal onder de burgerbevolking enorm. De taxi’s waren Renaults en deze escorte is de geschiedenis ingegaan als Renault Taxi de la Marne of simpelweg Marne Taxi.
Na afloop van de oorlog, in 1919, nam de regering een besluit. Dankzij de Eiffeltoren was Parijs behouden gebleven, nu mocht de Eiffeltoren op haar beurt blijven staan. Voorgoed. Vandaag de dag goed voor meer dan negen miljoen bezoekers per jaar. (In een gewoon jaar dan – zonder levensbedreigende virussen.)
Intussen had ik als gids al mijn kruit over de Eiffeltoren verschoten. En juist toen kwam de aap uit de mouw. Of liever: er kwam iets anders van onder een rok vandaan. Want geloof het of niet, Parijs is zo populair dat sommigen de stad hebben vereeuwigd op hun lichaam. Een vrouwelijke gast toonde mij vol trots haar tatoeage van de Eiffeltoren. Er staat een Eiffeltoren in Parijs, één in Las Vegas, in China, een verwante toren in Tokyo, en zelfs een exemplaar in Miniatuur Europa! Maar er is geen bijzonderdere plek waar ik ooit de Eiffeltoren heb gezien dan op de kuit van een vrouw.
Wie had het ook al weer over de Eiffeltoren met haar elegante benen?
Informatie deels ontleend aan: David Burke, Writers in Paris
Het mysterie van de Eiffeltoren
Op een ochtend werd ik wakker en er was iets merkwaardigs aan de hand. Ik merkte het pas echt toen ik buiten kwam en op de boulevard Richard Lenoir reed. De file met auto’s was langer dan anders. Het verkeer stond compleet vast, al vanaf boulevard Voltaire. Op dat kruispunt bij de Bataclan. Parijs kent lange opstoppingen, maar dit was uitzonderlijk. Vreemd genoeg, hoe dichter ik kwam, hoe minder getoeter ik hoorde. En hoe dichter ik Place de la Bastille naderde hoe meer ik begreep waarom dat zo was. Want het was werkelijk ongelooflijk wat ik zag. Dit had ik in geen duizend jaar verwacht. Dit was… hoe was dit nu mogelijk? Voor mij rees een toren op die ik daar nooit had verwacht. Het was de Eiffeltoren. De Eiffeltoren stond niet meer op de plaats waar we hem mochten verwachten, namelijk op Champ de Mars. Nee, hij was verplaatst naar de andere kant van de stad. Hoe was dit in hemelsnaam mogelijk?!
Toen ik bij het plein aankwam waar in 1789 de oude gevangenis was vernield, zag ik het pas goed: zijn poten, die ooit werden aangezien voor elegante vrouwenbenen, hadden zich weggezet aan de oevers van de Arsenaalhaven waar de luxejachten liggen aangemeerd. Daar waar de rondvaartboot start met de tocht langs de sluizen van het romantische kanaal Saint-Martin. Dichterbij kon ik niet komen, want het was inmiddels een drukte van belang. Uiteraard liepen politie en brandweer rond. Maar wat konden die hiertegen doen? En ook Anne Hidalgo was een kijkje komen nemen. Maar ook zij, onze burgemeester, was totaal onmachtig hiertegen. Vreemd genoeg was er geen paniek. Vooral ongeloof en verwondering. Maar spiritueel had ik de situatie niet willen noemen. Misschien is Parijs daarvoor toch te atheïstisch geworden. Het is hier Lourdes niet!
Wat was er aan de hand? Iedereen leek het antwoord schuldig te moeten blijven. De media repten van een zieke grap. Maar ja, wie verplaatst nu in één nacht een toren van 324 meter hoog die 7300 ton weegt? Een constructie die bestaat uit meer dan achttien duizend stukken metaal en tweeënhalf miljoen klinknagels? Wie doet zoiets?! De volgende stap is dat je aan jezelf begint te twijfelen. Heb ik last van een verstandsverbijstering? Droom ik? Ik had geen lsd geslikt, dat was zeker, ik was op weg naar mijn werk. Gebeurde het in mijn hoofd? Maar ja, wat deden al die andere mensen dan hier? Zij zouden natuurlijk onderdeel van mijn droom kunnen zijn. Het was alsof de Eiffeltoren een wandeling met zichzelf had gemaakt, zoals op die tekening waarin de toren in een giraf verandert, en bij Place de la Bastille dacht: hèhè, dit is wel een mooi plekje om even uit te rusten.
Toen ik aan mijn werk begon en tijdens de tour Trocadéro passeerde, zag ik dat het klopte. Op deze plek, het mooiste uitkijkpunt op de Eiffeltoren, zag ik nu een open gat. Enkel École Militaire was verheugd. Want eindelijk, na honderddertig jaar in de schaduw van de Eiffeltoren te hebben gestaan, eindelijk was de volle aandacht nu op hem gericht. En zonder die hinderlijke toren keken ook de generaals Joffre en Foch elkaar weer recht in de ogen.
Het werd een dag als geen ander. Naast de terroristische aanslagen, de gewelddadige betogingen van de gele hesjes en de brand van de Notre Dame, was ook dit gebeuren tekenend voor mijn tijd in Parijs. Des te opmerkelijker was het dat de volgende dag alles weer bij het oude was. De Eiffeltoren stond weer op zijn vertrouwde plek. En École Militaire was dus weer knorrig. Daarna is het nooit meer gebeurd. En het mysterie bleef een mysterie. Zonder enige verklaring. Media en wetenschappers zaten met hun handen in het haar. Poëten en theatermakers spoelden over van inspiratie. Om nog maar te zwijgen van waarzeggers en andere helderzienden. Welk teken kon je hierachter ontwaren? Het feit was een raadsel, enkel dat stond vast. En de magie van het raadsel was dat het een mysterie bleef. Een wonderbaarlijk verhaal. Stadsgidsen bleven dit verhaal nog tot in lengte van dagen vertellen. Opnieuw en opnieuw en opnieuw. Zolang de toeristen er geen genoeg van kregen.