Nee, alsjeblieft, géén jeu de boules!
Frankrijk kent 67 miljoen inwoners. En geen van hen speelt jeu de boules. Als je op een Fransman afstapt en je vraagt hem naar jeu de boules dan zal hij zijn hoofd schudden en echt niet weten waar je het over hebt. Een Fransman speelt geen jeu de boules, een Fransman speelt pétanque. En met hem 17 miljoen andere landgenoten. Meer dan een kwart van de bevolking. Pétanque is volkssport nummer één, als we uitgaan van een sport die je recreatief uitoefent zonder hevige lichamelijke inspanning. Ik heb het ooit tijdens mijn tours gevraagd wat in Nederland volkssport nummer één zou kunnen zijn en een meneer kwam met vissen. Nu is pétanque toch nèt iets actiever dan vissen…
Overal, maar dan ook werkelijk overal in Frankrijk zie je Fransen dit spel spelen. Natuurlijk zijn de mannen op leeftijd het best vertegenwoordigd. Maar zeker in de zomer zie je mensen van alle leeftijden pétanque spelen. Het is een sociaal uitje bij uitstek. In het heerlijke zonnige weer gaan Fransen erop uit, vaak in een vriendenclubje, een flesje wijn bij de hand. En nog één. Lekkere hapjes: baguette met kaas, olijfjes, wortels, komkommer…
En dan tussendoor wordt er met kogels gegooid. Want dat is de essentie van het spel: metalen ballen moeten zo dicht mogelijk bij een klein houten balletje komen. Dat balletje heet but of cochonnet. Je gooit die ballen onderhands, soms rollend, of je werpt ze heel hoog de lucht in, waarbij men vaak een sierlijke armbeweging maakt terwijl het hele lichaam mee omhoog deint, als een geëxalteerde acteur in een toneelstuk van Molière.
U zult dit vast wel herkennen. En u zult zich misschien afvragen: wat is dan precies het verschil tussen pétanque en jeu de boules? Tja, dat is typisch zo’n vraag die ik liever omzeil. Want de vraag kent geen eenduidig antwoord. Dus wat ik hier ga schrijven is automatisch niet 100 procent waar, wat nog iets anders is dan 100 procent niet waar. Men kan er eindeloos over blijven discussiëren. Ooit heb ik gehoord dat jeu de boules een verzamelterm zou zijn van vier balspelen. Een andere bekende daarvan is bocci, een Italiaanse variant. Vaak zijn die Italiaanse ballen van hout, zoals de neus van Pinoccio.
Uiteraard wordt pétanque overal en nergens gespeeld in Parijs. Spontaan denk ik aan Place de la Nation, waar speciale pétanque-velden zijn aangelegd, Esplanade des Invalides, maar ook een klein gezellig pleintje zoals Place Dauphine. Achter de Sacre Coeur is zelfs een professionele pétanque-club gevestigd, met niet minder dan drie banen. Gevestigd op het hoogste punt van Parijs in een prachtig stukje Montmartre.
En dan wordt er volop pétanque gespeeld op een van best verborgen plekken van Parijs: Arènes de Lutece. Het oudste gebouw van Parijs: de arena uit de Romeinse tijd. Iedere keer als ik daar kom, met of zonder gasten, dan speelt er, buiten de vele schoolkinderen voetbal, wel een groepje pétanque. De ondergrond is natuurlijk perfect, een jaar geleden nog vernieuwd en het is een prachtig decor. Het toppunt van het pétanque-gebeuren zag ik ooit op 1 mei 2019. 1 mei is een hoogdag in vele landen in de wereld: Dag van de Arbeid. Zo ook in Frankrijk. Op die dag worden de Nationale Kampioenschappen Pétanque georganiseerd. En die vinden dus plaats in Arènes de Lutece. Overal zag je op kleine stukjes arenagrond groepjes mensen kogels werpen. Felle competitie. Ik kwam daar dus aan met een groep toeristen om de prachtige arena te laten zien. Doorgaans kunnen we daar makkelijk een half uur blijven staan genieten. Maar op die dag kon ik dat dus mooi vergeten. Ik werd vriendelijk doch heel dringend verzocht om de uitleg heel beknopt te houden. Iedere vierkante meter was ingenomen. Het waren de Nationale Kampioenschappen. En daar konden ze geen buitenlandse toeristen bij gebruiken.